Zing mee met opa en oma – Liedjes Luister hier naar de liedjes van Zing mee met opa en oma. 1. Twee emmertjes water halen2. Jan Huygen in de ton3. Ooievaar, lepelaar, takkendief4. Ben je boos? Pluk een roos5. Hansje sjokken, trek hem aan zijn rokken6. Wat doet het hondje?7. Zwarte zwanen, witte zwanen8. 't Is in de vrouw, maar niet in de man9. Rije, rije, rije in een wagentje10. Roe, roe, kindje, hoe ben je toch zo stout!11. Iene, miene, tnutte, tien pond grutten12. A, b, c, de kat gaat mee13. Olke bolke rube solke14. Slaap, kindje slaap!15. Klaas Vaak die komt16. Draai er het wieltje nog eens om17. Tiere Liere let let let18. Hop! hop! hop! paardje in galop19. Hummeltje Tummeltje klom op de wagen20. Tikke takke tonen21. Hansje knipperdolletje22. Hu, hu, paardje, met je vossestaartje23. Vinger in de hoed, wie er mee doet24. Klein, klein muisje!25. Al in een groen, groen knolle-knolle-land26. Zakdoekje leggen, niemand zeggen27. Daar komt Pauwei Jonas aan28. Luilak, beddezak, staat om negen uren op!29. Torentje, torentje, bussekruit!30. Kool, die koud is31. Och, Jantje, wil niet huilen32. In Den Haag daar woont een graaf33. Bim, bam, beieren34. Klein, klein kleutertje35. Tik tak tol, de boer die stal een knol36. Amsterdam, die grote stad37. Schuitje varen, theetje drinken38. Een, twee, drie, vier, een hoedje van papier39. Jan die sloeg Lijsje40. Een houten huisje, een koperen kluisje41. Er zaten zeven kikkertjes42. Hop Marjanneke, stroop in 't kanneke43. Altijd in Kortjakje ziek44. Zie, zo rijen de heren45. Eén, twee, kopje thee46. Daar ging een mannetje over de brug47. Jan, mijn man, wou ruiter worden48. Koen, maak je mijn schoen?49. Wel, wat zeg je van mijn kippen?50. Er zat een aapje op een stokje51. Tante Nans zat op een gans52. Heb je wel gehoord van de holle bolle wagen53. Handje plak, ga naar de markt54. Tussen Keulen en Parijs55. Schuitje varen over de zee!56. Duimelot is in 't water gevallen57. Naar bed, naar bed, zei Duimelot58. Keizer Karel had een hond59. Zagen, zagen, wiedewiedewagen60. Kaatje, ben je boven? Ja, mevrouw61. Kom, laten we nog eens zingen62. Waar ben je toch geweest? Bij tante63. Klikspaan, halve maan64. Ouwe Jan en jonge Jan65. Jan-oom zat op een boom66. Sinterklaas, goed heilig man!67. Sint-Niklaasje, bonne bonne bonne68. Sinterklaas, die goede heer69. Herder, laatje schaapjes gaan!70. Hier is de sleutel van de BJbelebontse berg71. Tweebeen zat op driebeen72. Goeienavond, tantje Betje73. A, b, c, d, e, f, g, meester de jongens nemen knikkers van me mee74. Meester, mag ik naar huis toe gaan?75. Daar gingen eens drie oude wijfjes76. Daar was ereis een vrouw77. Klompertje en zijn wijfje78. Het wevertje zat naast zijn vrouw79. Eerst zo wit als was80. Hoe laat is 't? Twaalf uren81. Daar was ereis een mannetje82. Maart, roert zijn staart83. Ik kwam laatst in een poppenkraam84. Danderomdeine kwam van Brugge85. Klop, klop, hamertje!86. Berend Botje ging uit varen